Trappelzak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trap·pel·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trappelzak trappelzakken
verkleinwoord trappelzakje trappelzakjes

Zelfstandig naamwoord

  1. (kleding) een kledingstuk voor kleuters dat vanboven een hemd en vanonder een slaapzak is.
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be