Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trans·vet·zuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord transvetzuur transvetzuren
verkleinwoord transvetzuurtje transvetzuurtjes

Zelfstandig naamwoord

het transvetzuuro

  1. (scheikunde) een onverzadigd vetzuur waarvan een of meer bindingen een transconfiguratie bezitten
    • Bij hydrogenering van onverzadigde vetzuren wordt een deel niet verzadigd maar wel omgezet van cis naar trans. 
Antoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid