transformatorhuisje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- trans·for·ma·tor·huis·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van transformator en huisje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | transformatorhuisje | transformatorhuisjes |
Zelfstandig naamwoord
transformatorhuisje o dim. tant.
- (elektrotechniek) een gebouwtje dat een of meer transformatoren herbergt om hoogspanning om te zetten naar laagspanning voor levering aan huishoudens en bedrijven
Synoniemen
Zelfstandig naamwoord
het transformatorhuisje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord transformatorhuis
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.