traneloos
- tra·ne·loos
stellend | |
---|---|
onverbogen | traneloos |
verbogen | traneloze |
traneloos
- waarbij huilen uitbleef
- Wat ze verder uitte had een kort traneloos snikken verstikt. [1]
- tranenloos (verouderd)
- Sinds 2005 geeft de Leidraad bij de spellingvoorschriften in regel 9.A uitdrukkelijk aan dat bij afleidingen de tussenklank -e- wordt toegevoegd.[2] Tot dan kon de -en- gebruikt worden als het eerste deel werd opgevat als een meervoudsvorm.[3]
- Het woord 'traneloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Gemengde berichten. Haar hart gebroken." in: Venloosche Courant jrg. 35 nr. 19 (7 maart 1903); p.2 kol. 3; geraadpleegd 2016-04-20
- ↑ Zorgenloos / zorgeloos op website: taaladvies.net; geraadpleegd 2016-04-09
- ↑ Geerts, G."Waarom (niet) n'loos?" in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. jrg. 116 nr. 3 (2006) Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent; p. 362 e.v.; geraadpleegd 2016-04-09