trainingsfiets
- trai·nings·fiets
- samenstelling van training en fiets met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trainingsfiets | trainingsfietsen |
verkleinwoord | trainingsfietsje | trainingsfietsjes |
- fiets om mee te trainen (voor het wielrennen)
- Het woord 'trainingsfiets' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.