• trade-off
enkelvoud meervoud
naamwoord trade-off trade-offs
verkleinwoord - -

de trade-offv / m

  1. wat je opgeeft om iets anders te krijgen, wat je minder krijgt als je van iets anders meer krijgt
    • Waarom hebben dan niet alle individuen verzwaarde keelkaken als dat betere overlevingskansen biedt dan een onverzwaard keelkaakapparaat? Waarschijnlijk is er een trade-off. Een dier hangt letterlijk van architectonische compromissen aan elkaar. Zo zal het bezit van zware keelkaken ten koste gaan van iets anders. [1]