Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tra·choom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trachoom trachomen
verkleinwoord trachoompje trachoompjes

Zelfstandig naamwoord

het trachoomo

  1. (medisch) korrelachtige ontsteking van het oogbindvlies
Vertalingen

Gangbaarheid

47 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be