• to·ver·pa·leis
enkelvoud meervoud
naamwoord toverpaleis toverpaleizen
verkleinwoord toverpaleisje toverpaleisjes

het toverpaleiso [1]

  1. wonderlijk mooi paleis
     Maar als je honderdtien jaar later goed kijkt, zie je dat het toverpaleis ieder moment kan instorten.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875