topspin
  • top·spin
enkelvoud meervoud
naamwoord topspin
verkleinwoord

de topspinv / m

  1. draaiing van de bal in de richting waarheen de bal beweegt
    • Li Jiao werd dinsdagmiddag in de Excel Arena op waarde geklopt. Haar Chinese concurrente was eigenlijk op alle vlakken beter. 'Zij sloeg die bal zó hard. Die eerste paar rally's schrok ik van haar topspin', erkende Li Jiao. 'Ik voelde mijn batje gewoon trillen.' [3] 
    • Toch stipte hij daarmee zijn gebrek aan op de ondergrond die hem het minste ligt, indoor hardcourt. Zijn spel vol topspin heeft niet zoveel effect als op bijvoorbeeld gravel, terwijl tegenstanders hem met snel genomen vlakke ballen op de snellere baan eerder in de problemen brengen. [4] 
87 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[5]