• to·ken
  • uit het Engels[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord token tokens
verkleinwoord

de tokenv / m, het tokeno

  1. extra code die nodig is voor de toegang tot een computersysteem
    • Het lek werd ontdekt door onderzoekers aan de Duitse Universiteit van Ulm. Het gaat om het protocol ClientLogin, dat een authenticatie-token aanvraagt bij Google wanneer je probeert in te loggen met je accountnaam en wachtwoord. Het token is twee weken geldig, maar het wordt onversleuteld verzonden. Daardoor kan het makkelijk onderschept worden op onbeveiligde netwerken. Dat meldt de technologiewebsite ZDNet. [2] 
    • Bobs bedrog werd per toeval ontdekt toen het Amerikaanse telecommunicatieconcern Verizon zag dat er al minstens zes maanden lang elke dag vanuit het Chinese Shenyang ingelogd werd op het bedrijfssysteem van het bedrijf. Dat was verontrustend omdat werknemers enkel konden inloggen met een token en een persoonlijke code, aldus technologiesite The Next Web. [3] 
  2. fysiek apparaat dat extra code genereert die nodig is voor de toegang tot een computersysteem
    • Zoals aanbevolen is op het Bonhoeffer het leerlingennetwerk helemaal losgekoppeld van het administratieve, waar onder andere de cijfers en schoolonderzoeken op staan. Van dat netwerk staan de computers in lokalen, waar de scholieren geen toegang toe hebben. En om toegang te krijgen hebben de docenten niet alleen een eigen toegangsnaam en wachtwoord nodig, maar ook nog een token. Een systeem dat vergelijkbaar is met het telebankieren van de Rabo. De token, die lijkt op een sleutelhanger, geeft een extra toegangscode die binnen 30 seconden ingetikt moet zijn. [4] 
67 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[5]