toiletwinkel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toi·let·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toilet zn en winkel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toiletwinkel | toiletwinkels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de toiletwinkel m
- winkel waar men de wc kan bezoeken en toiletartikelen kan kopen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord toiletwinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.