• toe·ver·trouwd
vervoeging van: toevertrouwen…
verbogen vorm: toevertrouwde

toevertrouwd

  1. voltooid deelwoord van toevertrouwen
     Nee, Harald was zestien jaar, zijn neef, Lauritz'en Ingeborgs geliefde oudste zoon, een jongen die ze aan zijn zorg en bescherming hadden toevertrouwd.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691