• toe·ver·trou·wen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toevertrouwen
vertrouwde toe
toevertrouwd
zwak -d volledig

toevertrouwen

  1. diensten, kennis, goederen etc. delen of beschikbaarstellen aan een betrouwbaar persoon
    • Dat karwei kun je wel aan hem toevertrouwen. 
     Nee, Harald was zestien jaar, zijn neef, Lauritz'en Ingeborgs geliefde oudste zoon, een jongen die ze aan zijn zorg en bescherming hadden toevertrouwd.[1]
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be