Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·sla·gen·ou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toeslagenouder toeslagenouders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de toeslagenouderm

  1. ouder die een toeslag ontvangt voor de kinderopvang
     Oud-fiscusbaas: harde aanpak 'toeslagenouder' wens van Sociale Zaken[1]
     Een andere topambtenaar verklaarde vorige week dat Weekers uiteindelijk twijfels had over de harde aanpak van de 'toeslagenouders'. "Hij schreef 'ja' in de marge van mijn notitie daarover." Toch ging de Belastingdienst door met de 'alles-of-niets aanpak', waardoor ouders die niets (of bijna niets) verkeerd hadden gedaan soms tienduizenden euro's moesten terugbetalen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Oud-fiscusbaas: harde aanpak 'toeslagenouder' wens van Sociale Zaken” (Woensdag 18 november 2020, 13:04), NOS
  2.   Weblink bron “Asscher: ik wist niet dat er onder kinderopvangtoeslag zo veel leed zat” (Maandag 23 november 2020, 21:30), NOS