Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·ge·stroomd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: toestromen…
verbogen vorm: toegestroomde

toegestroomd

  1. voltooid deelwoord van toestromen
stellend
onverbogen toegestroomd
verbogen toegestroomde
partitief toegestroomds

Bijvoeglijk naamwoord

toegestroomd

  1. in grote aantallen ergens verzameld zijn
    • De toegestroomde massa gelovigen begroette enthousiast de populaire paus. 


Gangbaarheid