tijloos
- tij·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tijloos | tijlozer | tijloost |
verbogen | tijloze | tijlozere | tijlooste |
partitief | tijloos | tijlozers | - |
tijloos
- zonder getij
- Na de afsluiting van de zeearm ontstond een tijloos meer.
- Het woord tijloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijloos" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be