tijgervel
- tij·ger·vel
- samenstelling van tijger en vel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijgervel | tijgervellen |
verkleinwoord |
het tijgervel o
- de huid van een tijger of iets dat een soortgelijk uiterlijk heeft
- Achter de toonbank hangt een grote foto van Al-Jassim in zijn jonge jaren. Gehuld in een tijgervel, met half ontbloot bovenlijf, kijkt hij met een stoere blik in de camera. De gelaatstrekken, het afrokapsel en de snor doen denken aan Jimi Hendrix. „Behalve parelduiker was ik ook bodybuilder”, vertelt Al-Jassim. „Ik heb talloze prijzen gewonnen, in Qatar en op toernooien in Saoedi-Arabië.” [2]
- Het woord tijgervel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijgervel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Gerbert van der Aa 16 maart 2013
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be