tijdskader
- Geluid: tijdskader (hulp, bestand)
- tijds·ka·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdskader | tijdskaders |
verkleinwoord |
het tijdskader o
- de begrenzing in de tijd waarbinnen iets dient te gebeuren
- ▸ Dat lag ruim binnen het tijdskader voor de zitting.[1]
- ▸ Een officiële bevestiging is er dus nog niet, en hoe moeder en kinderen het stellen is ook niet bekend, maar het tijdskader zou kunnen kloppen. De Amerikaanse showbizzsite TMZ kwam vanmiddag met het nieuws dat er iets met de tweeling aan de hand zou zijn.[2]
- Het woord tijdskader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044640496
- ↑ Weblink bron Sanne Riepema en Tom Tates“Roddelpers zeker van zijn zaak: Beyoncé bevallen van tweeling” (18-06-2017), Tubantia