Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tijds·be·spa·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdsbesparing tijdsbesparingen
verkleinwoord tijdsbesparinkje tijdsbesparinkjes

Zelfstandig naamwoord

de tijdsbesparingv

  1. iets waardoor je minder tijd aan iets hoeft te besteden
    • Een stofzuiger kan een tijdsbesparing opleveren bij het schoonhouden van het huis. 
Synoniemen

Gangbaarheid