1. vrouwelijk kind ouder dan 10, maar jonger dan 20

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tie·ner·meis·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tienermeisje tienermeisjes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het tienermeisjeo

  1. vrouwelijk kind ouder dan 10, maar (meestal: aanzienlijk) jonger dan 20
    • Madsen volgt tienermeisje Sepideh Hooshyar van haar 16de tot haar 18de, een periode waarin ze alles op alles zet om astronaut te worden. [1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen