Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • thee·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord theetuin theetuinen
verkleinwoord theetuintje theetuintjes

Zelfstandig naamwoord

de theetuinm

  1. tuin met horecagelegenheid waar men thee en andere dranken kan nuttigen
  2. voor genoegen aangelegde en onderhouden privétuin zoals vroeger bijv. langs de Vecht de rijken bezaten, lusthof
Synoniemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen