theürgie
- theür·gie, the·ur·gie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theürgie | - |
verkleinwoord | - | - |
de theürgie v
- (verouderd) toverij door bezwering van goede geesten, witte magie
- Diegenen echter, die de magie als iets supranormaals beschouwden, stelden zich meestal tevreden met een onderscheid te maken tusschen de magie in ongunstigen en in gunstigen zin, waarbij men de eerste meer bepaaldelijk goëtie, en de laatste sinds de tweede eeuw na Chr. bij voorkeur theürgie noemde. [2]
- ↑ theürgie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jong, K.H.E. deDe magie bij de Grieken en Romeinen (1921) Bohn, Haarlem; p. 2; geraadpleegd 2016-08-04
- Het woord 'theürgie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.