tewerkstellingsgraad
- te·werk·stel·lings·graad
- Samenstelling van tewerkstelling en graad met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tewerkstellingsgraad | tewerkstellingsgraden |
verkleinwoord |
de tewerkstellingsgraad m
- (economie) verhouding van het aantal werkende mensen ten opzichte van het aantal mensen op beroepsactieve leeftijd zonder werk
- De aangroei van de tewerkstellingsgraad is slechts in drie Europese landen lager.[1]
- Het woord tewerkstellingsgraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Hoe goed doet de regering het? Ontnuchterende reality check met cijfers, dewereldmorgen.be, 10 oktober 2018