tepelklem
- te·pel·klem
- samenstelling van tepel en klem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tepelklem | tepelklemmen |
verkleinwoord | tepelklemmetje | tepelklemmetjes |
- klem op of rond een tepel, voor erotische stimulatie, zeer gewild bij masochisten.
- Het woord 'tepelklem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.