tentslet
- tent·slet
- samenstelling van tent zn en slet zn
- woord van het jaar 2010 in Vlaanderen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tentslet | tentsletten |
verkleinwoord | tentsletje | tentsletjes |
de tentslet v
- (pejoratief) vrouw die tijdens (muziek)festivals seksueel actief is
- ▸ Ook het Vlaamse woord van het jaar is bekend: tentsletje (op muziekfestivals pleegt ze haar tentje op te zetten op de kampeerweide en vervolgens manskerels naar haar lustoord te draineren)[1]
- (pejoratief) meisje of vrouw in het algemeen
- ▸ Vlaams werkt zo pacificerend dat je zonder tegenstribbelen het huis gaat kuizen als het eerste beste tentsletje dat vraagt.[2]
- ▸ Onze Zuiderburen zijn drie jaar geleden ook mee gaan doen, het resultaat: tentsletje (2010), stoeproken (2011) en frietchinees (2012). Een Vlaamse tentslet tegenover een Nederlandse gedoogregering, het contrast kan bijna niet groter.[3]
- Het woord tentslet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Daggeren legt het af tegen gedoogregering” (14/12/2010), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron Geschreven door:Tim Jansen“Vlaams is geil, Vlaams is sexy” (07/07/2014), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron Annelies Beltman“Selfie, participatiesamenleving, tentsletje: tijdreizen met woorden” (20/11/2013), HP de Tijd