tentbed
- tent·bed
- samenstelling van tent zn en bed zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tentbed | tentbedden |
verkleinwoord | tentbedje | tentbedjes |
het tentbed o
- (medisch) patiëntenbed met eromheen een soort van luchtdoorlatende gaasstructuur, om de patiënt rustig en/of in bedwang te houden
- ▸ De Inspectie Gezondheidszorg en de ziekenhuizen willen de inzet van dwangmaatregelen bij patiënten terugdringen. Desondanks stijgt het gebruik van het één na zwaarste dwangmiddel: het tentbed, waarin een patiënt wordt opgesloten.[1]
- Het woord 'tentbed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Dwangmiddel tentbed vaker ingezet in ziekenhuis, 'zorg moet drastisch anders'” (13 december 2024), NOS Nieuws