telspel
- tel·spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telspel | telspellen |
verkleinwoord | telspelletje | telspelletjes |
het telspel o
- spel waarbij men (af)telt
- Het woord 'telspel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "telspel" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be