• af·tel·rijm
enkelvoud meervoud
naamwoord aftelrijm aftelrijmen
verkleinwoord aftelrijmpje aftelrijmpjes

het aftelrijmo

  1. kinderrijmpje dat men gebruikt om te bepalen 'wie hem is' in een spelletje
    • Iene miene mutte
      Tien pond grutten
      Tien pond kaas
      Iene miene mutte is de baas.

      is een bekend aftelrijm
       
  2. rijm waarin men van een bepaald getal naar beneden telt
    • Tien kleine negertjes (Engels: Ten Little Niggers) is een Amerikaans kinderliedje uit 1868. Het liedje is een humoristisch aftelrijm waarbij het oorspronkelijk gezelschap van tien kleine negertjes bij ieder couplet kleiner wordt. 
82 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]