Nederlands

 
1. Een weggegooide teletubbie (Dipsy).
Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·tub·bie
Woordherkomst en -opbouw
  • van Teletubbie, elk van de vier hoofdpersonen (Twinky Winky, Dipsy, Laa-Laa, Po) uit de tv-serie voor jonge kinderen Teletubbies  
enkelvoud meervoud
naamwoord teletubbie teletubbies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de teletubbiem

  1. (speelgoed) pop in de vorm van een personage uit de kinderserie Teletubbies
     Emma en Marnix waren nog te klein om echt samen te spelen maar wisselden vriendschappelijk hun teletubbie uit.[1]
  2. (persoon) (spottend) iemand die door uiterlijk of simplistisch gedrag doet denken aan een personage uit de kinderserie Teletubbies
     ‘Zes weken!’ kirt de teletubbie. ‘Dan zijn jullie soulmates. Dat kan niet anders.’[2]
     Mijn zoon is een teletubbie vergeleken bij deze Armando.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Annette Boon
    “Ongenaakbare tornadojager” (2015), Vrijdag Uitgevers, Antwerpen, ISBN 9789460013317, hfst. December 1997 : Laa-Laa
  2.   Weblink bron “Echt sexy” (2017), Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 9789021406855, hfst. Samen voor het kind
  3.   Weblink bron Het gelaat van Ludmilla in: Tirade., 414 jrg. 50 nr. 3 (augustus 2006), G.A. van Oorschot, Amsterdam