Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·lens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telelens telelenzen
verkleinwoord telelensje telelensjes

Zelfstandig naamwoord

de telelensv / m

  1. (fotografie) lenzenstelsel met behulp waarvan men een vergroot beeld kan krijgen van ver verwijderde voorwerpen
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be