telefoonmaatschappij
- te·le·foon·maat·schap·pij
- samenstelling van telefoon en maatschappij [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telefoonmaatschappij | telefoonmaatschappijen |
verkleinwoord | telefoonmaatschappijtje | telefoonmaatschappijtjes |
de telefoonmaatschappij v
- een bedrijf wat telefoonaansluitingen beheert en verhuurt
- Een simkaart die in Amri’s rugzak is aangetroffen, werd afgelopen week (gratis) uitgedeeld door een telefoonmaatschappij in winkelcentra in Breda, Nijmegen en Zwolle, schrijft de Italiaanse krant La Repubblica. Franse media berichtten woensdag dat Amri via Amsterdam naar het Franse Lyon zou zijn gereisd. Het Nederlandse OM wil niet ingaan op deze details. Volgens de Franse nieuwszenders LCI en TF1 zou Amri op station Amsterdam-Sloterdijk de bus hebben genomen naar Lyon; die bus stopt overigens ook in Breda. Tijdens de zestien uur durende rit zou Amri niet zijn gecontroleerd. Hij zou op dat moment een pistool bij zich hebben gehad. [2]
- Het woord telefoonmaatschappij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 28 december 2016