telebankieren
- te·le·ban·kie·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
telebankieren |
telebankierde |
getelebankierd |
zwak -d | volledig |
telebankieren
- inergatief met behulp van moderne communicatiemiddelen (modem of internet) geldzaken regelen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord telebankieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.