Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·ken·beet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tekenbeet tekenbeten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de tekenbeetm

  1. een wond die ontstaat als een teek met zijn zuigsnuit de huid van een gastheer doorboort om zich te voeden met diens bloed
    • Van de anderhalf miljoen Nederlanders die jaarlijks een tekenbeet oplopen krijgen er naar schatting tussen de 20.000 en 30.000 de ziekte van Lyme 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be