• [werkwoord, bijvoeglijk naamwoord 1.] IPA: /tekek/
  • [bijvoeglijk naamwoord 2.] IPA: /təkək/
  • [zelfstandig naamwoord] IPA: /təkek/
  • te·kek
  • [werkwoord] uit het Minangkabaus
  • [bijvoeglijke naamwoord 1., 2.] uit het dialect van Jakarta
  • [zelfstandig naamwoord] klanknabootsing naar het geluid dat deze dieren maken

tekek

  1. slaan met de knokkels van de vuist

tekek

  1. doof
  2. dom

tekek

  1. (reptielen) schrijfwijze voor tokek "gekko"