tegengoal
- te·gen·goal
- samenstelling van tegen vz en goal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegengoal | tegengoals |
verkleinwoord |
de tegengoal m
- (sport) doelpunt dat de tegenpartij maakt
- Na die tegengoal was PSV wakker geschud. De ploeg kwam onder leiding van regisseur Gastón Pereiro beter in de wedstrijd. Nadat de doorgebroken Steven Bergwijn eerst nog neer werd gehaald en scheidsrechter Mulder geen rood gaf, was het daarna wél raak. [1]
- Toch valt het niet veel later stil in de Arena als Tomasz Kedziora scoort na een door Klaas-Jan Huntelaar weggeven corner scoort. Het was vooraf misschien wel de belangrijkste doelstelling: thuis geen tegengoals krijgen. Maar toch even niet scherp en pats: raak. [2]
- Het woord tegengoal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegengoal" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tubantia Chris Ottens 28-07-18 Voor PSV mag seizoen beginnen na solide zege op Valencia
- ↑ Tubantia Daniël Dwarswaard 22-08-18 Ajax zet goede uitslag neer in heenduel tegen Dinamo Kiev
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be