Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • teel·laag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord teellaag teellagen
verkleinwoord teellaagje teellaagjes

Zelfstandig naamwoord

de teellaagv / m

  1. laag vruchtbare aarde waarin men gewassen kan kweken
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen