Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • team·arts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord teamarts teamartsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de teamartsm

  1. (sport) (beroep) (medisch) dokter die zorgt voor de medische begeleiding van een sportploeg
     De Italiaanse teamarts Andrea Ferretti had daar al rekening mee gehouden. Dit zei hij na de positieve test: "Het kan een verkeerde diagnose zijn, want tijdens een volgende sneltest bleek hij weer negatief. Maar een sneltest is niet heel betrouwbaar."[1]
     Het onheilsbericht kwam als een verrassing, laat teamarts Tessa Backhuijs weten. "Alle rensters en stafleden in de teambubbel zijn dubbel getest voorafgaand aan de Brabantse Pijl en alle resultaten waren negatief. In de nacht van dinsdag op woensdag zijn we door een testlab erop attent gemaakt dat een van de testresultaten tóch positief bleek te zijn."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Dag voor duel met Oranje test El Shaarawy positief en weer negatief” (Dinsdag 13 oktober 2020, 19:50), NOS
  2.   Weblink bron “Geen Brabantse Pijl voor Vos na positieve coronatest bij CCC-Liv” (Woensdag 7 oktober 2020, 10:44), NOS