1. Een molecuul van taurine schematisch weergegeven.
  • tau·ri·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord taurine -
verkleinwoord - -

de taurinev / m

  1. (biologie) aminosulfonzuur dat als stofwisselingsproduct in naar verhouding grote hoeveelheden voorkomt in zoogdieren
    • Aan kattenbrokken worden diverse voedingsstoffen toegevoegd die van nature alleen in dierlijk weefsel voorkomen, zoals taurine en arachidonzuur. Een kat die te weinig taurine binnenkrijgt kan blind worden en last van hartfalen krijgen, vertelt Corbee. [2]
  • aminozuur (strikt chemisch gezien is taurine geen aminozuur, maar vanuit de voedingsleer wordt vaak wel tot die categorie gerekend)
57 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[3]