• tast·ver·mo·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord tastvermogen
verkleinwoord

het tastvermogeno [1]

  1. de capaciteit om te kunnen voelen; het hebben van een tastzin; het vermogen om met de tast te kunnen waarnemen
     Ingenieurs hebben een sensor ontwikkeld die een aantal verschillende texturen van stoffen kan herkennen. Dit kan het tastvermogen van robots en menselijke protheses verbeteren.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Kim Scheltes
    “Robothuid is in staat texturen te voelen” (4 december 2023), NewScientist