Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tast·or·gaan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tastorgaan tastorganen
verkleinwoord tastorgaantje tastorgaantjes

Zelfstandig naamwoord

het tastorgaano

  1. (biologie) lichaamsdeel waarmee een levend wezen zijn omgeving door aanrakingen kan waarnemen
     De tong is een oneindig veel gevoeliger tastorgaan dan de hand.[2]
     De stermol heeft tweeëntwintig tentakels die zijn bedekt met honderden tastorganen. Zo weet de blinde stermol in 2,3 seconde of het dier dat hij tegenkomt eetbaar is en verorbert hij het ook nog binnen die tijd.[3]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Bianca Boer
    “De lijn” (19 september 2008) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron “Stermol” (22 september 2006) op nrc.nl