tandmeester
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tandmeester (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tand·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tand zn en meester zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tandmeester | tandmeesters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tandmeester m
- (verouderd) heelkundige gespecialiseerd in het trekken van tanden en kiezen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord tandmeester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.