tandhygiëne
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tandhygiëne (hulp, bestand)
- IPA: /ˈtɑnthiɣjenə/, of: /ˈtɑnthiɣiˌjɛːnə/ bij meer oorspronkelijke uitspraak
Woordafbreking
- tand·hy·gië·ne, tand·hy·gi·ene
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tand en hygiëne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tandhygiëne | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- zorg voor een gezond gebit
- Tandhygiëne bestaat eigenlijk alleen bij de notabelen, constateerde een Amsterdamse hoogleraar in 1949. [1]
Gangbaarheid
- Het woord tandhygiëne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Lucas, N.Hoe de fluoride uit het water verdween (14 november 2009) op website: trouw.nl; geraadpleegd 2016-03-18