Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tam·pon·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tamponziekte tamponziekten
tamponziektes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tamponziektev

  1. (medisch) infectieziekte bij menstruerende vrouwen die resulteert in een septische shock
     Omdat Wasser menstrueerde, droeg ze een tampon. Een infectiespecialist stelde vast dat het model een zware vorm had van het toxischeshocksyndroom (TSS), ook wel tamponziekte genoemd. Het is een zeldzaam syndroom, maar treft in de Verenigde Staten drie tot 15 menstruerende vrouwen per jaar. Het kan leiden tot een shocktoestand met dodelijke gevolgen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Suzanne Borgdorff
    “Voormalig topmodel: Ik was bijna dood door 'tamponziekte'” (19-06-2015,), Tubantia