taksi

Albanees

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)

Bosnisch

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)

Esperanto

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /'taksi/

Werkwoord

taksi

1. taxeren, schatten
2. waarderen

Verbuiging

infinitief	taksi
tegenwoordige tijd	taksas
verleden tijd	taksis
toekomende tijd	taksos
voorwaardelijke wijs	taksus
gebiedende wijs	taksu

Fins

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)

Indonesisch

Woordafbreking

• tak·si

Woordherkomst en -opbouw

• van het Nederlandse "taxi"

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)

Afgeleide begrippen

• bertaksi, menaksi, menaksikan, pertaksian
• taksi gelap, taksi liar, taksi resmi,

Verwante begrippen

• taksimeter

Kroatisch

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)

Maleis

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)

Synoniemen

• teksi (frequenter dan taksi)

Sloveens

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)

Servisch

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /taksɪ/

Bijwoord

taksi

1. (verouderd) zo

Opmerkingen

• Het bijwoord taksi komt alleen voor in combinatie met jaksi: jaksi taksi

Schrijfwijzen

• jaks
• jakž

Verwijzingen

• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Turks

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /tɑk.si/

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)

Wolof

Zelfstandig naamwoord

taksi

1. taxi (voertuig)