• ta·baks·ge·bruik
enkelvoud meervoud
naamwoord tabaksgebruik
verkleinwoord

het tabaksgebruiko

  1. het roken of op andere wijze consumeren van tabak
     Nederland heeft, net als 179 andere landen, een anti-tabaksverdrag ondertekend dat is opgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). In dat verdrag, The Framework Convention on Tobacco Control (FCTC), staan allerlei regels die tabaksgebruik moeten ontmoedigen.[2]
     Die afspraken zijn vastgelegd in een kaderovereenkomst over bestrijding van tabaksgebruik, waar Nederland in 2005 mee instemde. Volgens die overeenkomst moet de overheid actief tabak ontmoedigen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Staat gedagvaard om tabaksverdrag” (08-09-2014), NOS
  3.   Weblink bron “Rookruimte is nieuw doelwit in de jacht op totaalverbod” (22-06-2016), NOS