Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taal·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalregel taalregels
verkleinwoord taalregeltje taalregeltjes

Zelfstandig naamwoord

de taalregelm

  1. richtsnoer voor taalgebruikers
Opmerkingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen