• taal·grap
enkelvoud meervoud
naamwoord taalgrap taalgrappen
verkleinwoord taalgrapje taalgrapjes

de taalgrapv / m

  1. gebruik van een taalkundige eigenaardigheid om de lachlust op te wekken
     Peter Miedema, communicatieadviseur bij Fyren Communicatie, in een column op petermiedema.com: „ De vorige Twentse slogan ‘Twente jezelf’ is nu helaas vervangen door ‘Tijd zat in Twente’. Jammer. ‘Tijd zat in Twente’ kan niet in de schaduw staan van z’n voorganger. Op geen enkele wijze. Met een incrowd taalgrap trek je geen toeristen.[1]
     Trevor Fitzright/@T-Fitzright Nog een nieuwkomer. Allergisch voor zwemmen, fietsen en hardlopen. Heeft derhalve triabetes. Boekte Twittersucces met het herschrijven van de wiki’s van Jesse Klaver en Thomas Erdbrink. Praat met kassameisjes over het determinisme. Is nog op zoek naar een gemeenschappelijke vijand om kapot te microbloggen. “Als je niet op de EO-jongerendag gastenlijst staat maar zegt: ‘Het is ok, ik ben met Jezus’, zijn ze wettelijk verplicht je binnen te laten.” Stopt wel met het maken van obscure taalgrapjes voor select publiek. “No more mr niche guy.”[2]
  1.   Weblink bron
    Leo van Raaij
    “Tijd zat in Twente, maar toch dynamisch” (20-04-2017), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Tim Jansen
    “De 10 grappigste twitteraars van 2016” (22/12/2016), HP de Tijd