svette
- svet·te
- Afkomstig van het Oudnoorse woord sveiti
Naar frequentie | 5790 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | svette |
tegenwoordige tijd | svetter |
verleden tijd | svettet svetta |
voltooid deelwoord |
svettet svetta |
onvoltooid deelwoord |
svettende |
lijdende vorm | svettes |
gebiedende wijs | svett |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
svette
- [1]: svette av anstrengelse
van inspanning zweten
- [1]: svette av opphisselse
van opwinding zweten
- [1]: sitte og svette over leksene
op het huiswerk zitten zweten
- [1]: svette i varmen
zweten in de hitte
- [1]: svette over hele kroppen
over heel zijn lichaam zweten
- [1]: svette under armene
onder de armen zweten
- [2]: osten svetter i varmen
de kaas zweet in de hitte
- [2]: trærne svettet kvae
de bomen zweetten hars
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | svette | svetten | svetter | svettene |
genitief | svettes | svettens | svetters | svettenes |
svette m
- svetten rant nedover ansiktet hans
het zweet liep over zijn gezicht
- tørke svetten av pannen
het zweet van zijn voorhoofd afdrogen
- arbeide så svetten renner
werken zodat het zweet loopt
zich in het zweet werken
zich in het zweet werken
- være badet i svette
in je eigen zweet gedoucht zijn