• su·per·tof
stellend
onverbogen supertof
verbogen supertoffe
partitief supertofs

supertof

  1. heel erg fijn
    • „Ik had het echt niet verwacht. Supertof”, reageert Myla enthousiast. In de meest recente aflevering moest de Enschedese poseren met een hoofddeksel vol bloemen. [1] 
    • ,,Het is supertof, Nike is beyond iconisch" - maar al te veel woorden wil Parra er ook niet aan vuil maken. ,,Natuurlijk zit er een idee achter het ontwerp, maar uiteindelijk zijn het gewoon schoenen, en iedereen ziet er toch iets anders in." [2] 
    • Frank laat in een reactie weten dat hij zijn lievelingsplekje op de radio heeft gekregen. ,,Er staan onwijs gave dingen te gebeuren bij 3FM en ik vind het supertof dat ik daar deel van mag uitmaken. [3] 
87 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]