superbesmetter
- Geluid: superbesmetter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsypərbəˌsmɛtər / (5 lettergrepen)
- su·per·be·smet·ter
- intensiverende afleiding van besmetter met het voorvoegsel super-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | superbesmetter | superbesmetters |
verkleinwoord |
de superbesmetter m
- (medisch) iemand die door diens handelen een ziekteverwekker breed in de samenleving weet te verspreiden en waardoor vele mensen ziek worden
- De superbesmetter in Zuid-Korea zorgde ervoor dat 60%-80% van de ongeveer 8000 besmette mensen met het coronavirus in het land tot één bron te herleiden zijn.
- ▸ ‘We willen geen superbesmetter zijn’. Met die noodkreet trekken verpleegkundigen die maar niet worden getest op het coronavirus aan de bel.[1]
- Het woord 'superbesmetter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Edwin Timmer“’Verpleeghuis Castricum zwaar getroffen door corona: meer dan 10 doden’” (14 april 2020) op telegraaf.nl